IP Address Type: | static of dynamic | |
dynamic | Het toestel ontvangt zijn IP-adres automatisch van een DHCP-server in het netwerk (bijv. van de router). De volgende velden bevatten de actuele instellingen. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd. | |
static | Het toestel ontvangt een vast IP-adres. De beheerder voert de netwerkinstellingen in de overige velden in. | |
IP-adres: | IP-adres van de telefoon in het lokale netwerk. | |
Subnetmasker: | Subnetmasker van het lokale netwerk. Dit geeft aan, hoeveel delen van het IP-adres voor de netprefix worden gebruikt en hoeveel voor het apparaatadres. De netprefix moet voor alle apparaten in het lokale netwerk identiek zijn. | |
Standaardgateway: | IP-adres van het systeem in het lokale netwerk dat verantwoordelijk is voor het toewijzen van adressen en het doorsturen van informatie naar andere netwerken. Dit is meestal de router. |
Deze instellingen mogen bij voorkeur alleen door de beheerder worden gewijzigd. |